Op 15 mei organiseren wij de TGe Masterclass ‘Fluoride’. (locatie: Postillion Hotel Bunnik)
Als mondzorgverleners zijn wij ons al decennia bewust van het belang van fluoride in de preventie van cariës. Toch roept het onderwerp ook vaak vragen op, zowel bij patiënten als zorgverleners. Cor van Loveren heeft zijn carrière gewijd aan preventie en de rol van fluoride. Hij kan als geen ander antwoorden geven op veel gestelde vragen, maar ook richting geven aan onze discussie over de toepassing van fluoride bij kwetsbare ouderen.
Aansluitend aan de lezing van Cor van Loveren zullen twee cursisten een relevante casus presenteren.

Korte inhoud lezing:
Fluoride
In deze masterclass zal een reis gemaakt worden door onze kennis over fluoride. De bewustwording aan het eind van de 19de eeuw dat gevlekt glazuur esthetisch niet acceptabel was, startte een zoektocht naar de oorzaak hiervan. Men kwam uit op de aanwezigheid van fluoride in het drinkwater als oorzaak en vanaf die tijd is fluoride misschien wel de meest onderzocht stof in mondgezondheidsonderzoek. Onze kennis is inmiddels enorm en we kunnen veel maar niet alle vragen beantwoorden. In deze voordracht wordt ingegaan op het werkingsmechanisme van de verschillende vormen van fluoride en het effect van fluoridetoepassingen op glazuur-, dentinecariës en erosie. Besproken wordt het effect van middelen die door de professional moeten worden toegepast. Is het stapelen van maatregelen zinvol? Wat is bekend over nieuwe ontwikkelingen zoals tandpasta met 5000 ppm fluoride en SDF? Zijn alle fluoridepreparaten veilig? Welke hoeveelheden zijn acceptabel. De steunpilaar van de fluorideadvisering is het gebruik van fluoridetandpasta. Hier bestaan veel varianten van zowel wat betreft de fluorideverbinding als fluorideconcentratie. Implicaties hiervan voor het klinisch gebruik zullen worden besproken. Uw vragen zullen worden beantwoord.

Spreker:
Cor van Loveren studeerde in 1976 af als tandarts aan de Rijksuniversiteit Utrecht. In 1977 ging hij werken bij de afdeling preventieve tandheelkunde aan die universiteit en dat werk beviel zo goed en was zo inspirerend dat hij tot zijn pensionering (2018) bleef werken in de preventieve tandheelkunde vooral gericht op de bescherming van de harde tandweefsels. In de gehele periode gaf hij onderwijs aan studenten tandheelkunde en mondhygiëne en in het circuit van PAOT. Ook deed hij onderzoek, hetgeen resulteerde in 182 publicaties terug te vinden in Pubmed en nog enkele tientallen publicaties in de vakliteratuur en als hoofdstuk in boeken. Alle publicaties over aspecten van (klinische) preventieve tandheelkunde. Belangrijke evenementen in de academische carrière: 1984: verhuizing van Rijksuniversiteit Utrecht naar ACTA, 1990: promotie met als titel ”Fluoride-resistant mutans streptococci” en 2005: benoeming tot Bijzonder Hoogleraar Preventieve Tandheelkunde namens het Ivoren Kruis. Voor het Ivoren Kruis had hij zijn hele loopbaan zitting in het wetenschappelijk adviescollege verantwoordelijk voor de wetenschappelijke inhoud van folders en adviezen.